Spanje verveelt nooit. Door het heerlijke klimaat kan je er ook in de herfst nog lekker genieten van de zon. Drie topsteden in Spanje voor een leuke citytrip.
Barcelona
Barcelona is een van de meest populaire bestemmingen niet alleen van Spanje maar in het algemeen. Er is dan ook vreselijk veel te doen. Je kunt urenlang shoppen: op de brede en de chique Paseo de Gracia of de kleine winkeltjes en boetiekjes in el Born. Je hebt er heerlijke restaurants: natuurlijk moet je een keer staand aan de bar met een glas bier tapas eten, maar ga ook eens naar een van de restaurants aan het stadsstrand van Pujerto Olimpico, rechts naast het casino. Aqan de haven van Barceloneta kan je heerlijk vis eten. Natuurlijk is een bezoek aan Barcelona niet compleet zonder een paar van de gebouwen van Gaudí te hebben gezien. Leuk is La Pedrera (op de hoek van Paseo de Gracia en Provenca) of La Sagrada Familia, de kathedraal die nog steeds niet is afgebouwd. Ga met de kabelbaan vanaf het strand naar de berg Montjuïc voor een mooi uitzicht over de stad en een bezoek aan het museum van Miró.
València
València, de derde stad van Spanje, heeft net zoveel te bieden als Barcelona. Het beste moment om naar deze stad te gaan is begin maart, tijdens het volksfeest de Fallas. Het openbare leven stopt gedurende een week en iedereen gaat de straten op voor dit oude feest, dat iedere avond wordt beëindigd met gigantische vuurwerkshows. Reserveer wel ruim op tijd een hotel, bijvoorbeeld op de site van Accor Hotels. De leukste buurt is de Casco Viejo, de oude middeleeuwse wijk met smalle straatjes en ontelbaar veel bijzondere winkeltjes en restaurants. Paella, het bekende Spaanse gerecht, komt oorspronkelijk uit València. De originele paella Valènciana wordt gemaakt met konijn, kip, slakken, peultjes en witte reuzenbonen.
Sevilla
Deze stad is op en top Spaans. Hier komen de tapas en de flamencomuziek oorspronkelijk vandaan. De hoofdstad van Andalusië ligt diep in het zuiden van Spanje en is daarom ook aan het eind van het jaar goed te bezoeken. Sevilla heeft het grootste historische centrum van Europa, waarin de kathedraal met de toren Giralda, het Alcázar en de Torre del Oro zich bevinden. De wijk Triana wordt beschouwd als de geboorteplaats van flamenco. In de smalle straatjes van de Barrio de Santa Cruz wemelt het van de tapastentjes en leuke barretjes. Vlak buiten de stad kun je de Romeinse ruïnes zien van Italicá, met onder andere een goed bewaard gebleven amfitheater.
